Tijdens een van mijn eerste fietstochten richting de Zeevang stuitte ik al snel op een bijzonder, klein gebouw aan de rand van de dijk. Meer dan een blik heb ik het die eerste keer niet gegeven want ik was immers op doorreis naar t schooltje van Dik Trom. Toch won de nieuwsgierigheid het van mijn onwetendheid en vroeg ik de dame bij het schooltje naar het gebouwtje. Zij vertelde mij dat dit het archeologische minimuseum de waterwolf betrof. Het museum dankt zijn naam aan de strijd die de Noord-Hollanders eeuwen hebben gevoerd met de zee. Bij elke dijkdoorbraak kwamen er mensen om en ging er kostbaar land verloren. U zult het niet geloven, maar zelfs het oude dorp Etersheim verdween in de golven. Toch kreeg dit de bevolking er niet onder. Telkens weer legden zij betere en nieuwe dijken aan totdat zij de waterwolf hadden bedwongen. Na het lezen van het mini verhalen boekje van Dik Trom over deze strijd met het water was mijn nieuwsgierigheid zo groot dat ik op de terugweg gelijk ben gestopt bij het mini museum.
Het mini museum is vanbinnen heel modern ingericht zodat alle vondsten goed tot recht komen in de vitrines. De vondsten lopen uiteen van een schoen en een kruik tot bijzondere objecten zoals oude munten. Deze archeologische vondsten en de verrassende presentatie vertellen samen het verhaal van het verdronken dorp Etersheim, de strijd tegen de zee en de vorming van het landschap zoals wij die nu kennen. Ik raad aan om eerst het boekje van Dik Trom over de verdronken schat van Etersheim te lezen als u hier met uw kinderen naar toe gaat. Het verhaal over de legendarische goudschat van Etersheim en de sarcofaag die in 2009 voor de kust werd opgedoken worden dan nog spannender. Althans voor mij als fervent lezer en fantast gaf dit een extra dimensie aan het verhaal.
Het is zelfs mogelijk om de bodem in te gaan met een virtuele boormachine tot zo’n 1000 jaar terug in de tijd. Ook de virtuele vitrines met augmented reality zorgen ervoor dat u nog meer informatie ontdekt over de objecten, zoals de datering, de vindplaats, het tijdperk en het gebruik. Aan de grote tafel in het museum is het mogelijk om aan de hand van beeldprojectie een spel te spelen met uw gezelschap om te weten te komen wie het meest weet van de zee, de dijken en de polders. Dan heb ik het nog niet eens gehad over het waanzinnige uitzicht op de polder door het raampartij.
Zin in een hapje en een drankje na het verwerken van al deze informatie? Dan hoeft u niet heel ver meer te trappen. Bezoekerscentrum De Breek ligt op de route en ligt volledig in de verlenging van het verhaal van de dijken en de polders. Hier kunt u zelfs nog meer leren over de watersnoodramp die in 1963 plaats vond. In de zomer kan er op het terras heerlijk genoten worden van een stuk eigengemaakte appeltaart met een fris drankje of een kopje koffie. Dit natuurlijk met uitzicht op de oude molen en de schaapjes.
De poldermolen is gerestaureerd en ook te bezichtigen. U treft een molenaarshuisje zoals deze rond 1900 was ingericht. Het huisje is precies ingericht zoals het was in de tijd van de molenaar inclusief ketel, kolenkachel en een bedstee. Het is altijd leuk om kinderen te vertellen dat mensen vroeger bijna rechtop in een bedstee sliepen. In de kap van de molen krijgt u een goede indruk van het imposante binnenwerk. De molen is na de restauratie weer volledig maalvaardig gemaakt zodat deze ingezet kan worden bij veel regenval. Het is mogelijk om een rondleiding door de molen te boeken maar u kunt natuurlijk ook zelf op ontdekkingstocht gaan. Pas wel op want er wordt gezegd dat de geest van de vrouw van de molenaar na de brand in 1886 nog steeds door de molen heen doolt, aangezien na de brand elk spoor van haar ontbrak.
Na deze twee leuke uitstapjes kunt u ervoor kiezen om nog een stukje door te fietsen en het rondje te vervolgen naar Oosthuizen. Natuurlijk kunt u ook weer het stuk langs de dijk terug fietsen naar waar u bent gestart. Voor mij was dit een heerlijke fietstocht terug naar Volendam met de wind in mijn haren en een zacht duwtje in mijn rug.